Take-away naaiworkshop voor 12+: Sweater (2-daagse)



Dit is de eerste van-uit-je-kot naaiworkshop die ik in elkaar bokste om een alternatief te kunnen bieden voor die naaiworkshops in 2020, die niet kunnen/konden doorgaan door de verstrengde veiligheidsmaatregelen wegens Corona. Net zoals de originele workshop 2 dagen zou duren, moet je ook voor deze versie (vanuit je kot) 2 dagen te tijd nemen om de workshop naar behoren te kunnen volgen. Op dag 1 knippen we de delen en stikken we de basis in elkaar, op dag twee zetten we de boorden eraan en bedrukken we de sweater. Plan de workshop in volgens de afsgesproken uren. Je kan natuurlijk wel wat eerder stoppen als je eerder klaar bent, of juist langer doorwerken savonds, … Hou er wel rekening mee dat je alleen live assistentie kan inroepen op die twee dagen tussen 10 u en 16u. Via een Whats-App groepje – exclusief voor de deelnemers van de workshop- hou je contact met de andere deelnemers. Je kan vragen stellen in de groep, of privé aan Madame Tirette door te bellen of te appen. Af en toe vraag ik om een foto te sturen via Whatsapp. Geef je geen toestemming om foto’s te delen op sociale media, geef dat dan zeker duidelijk en vooraf aan.
Deze workshop is bedoeld voor jongens en meisjes vanaf 12 jaar die reeds een beetje ervaring hebben met de naaimachine. De moeilijkheidsgraad is niveau 1. Dat betekent dat je je al een beetje comfortabel moet voelen achter zo’n naaimachine. Je hebt dus minstens 1 keer een initiatieworkshop gevolgd, maar nog liever 2 of 3 keer.

Om deze workshop te kunnen volgen heb je een patroon nodig, een naaimachine, de juiste stoffen en een naaidoos met materialen. Al deze materialen zal je kunnen ophalen bij Madame Tirette aan het begin van de workshop. Hoe laat je precies verwacht wordt om alles op te halen krijg je via mail. Op de ontwerpfiche (die moet je invullen als je je inschrijft via de website) kies je de stoffen, bepaal je jouw ontwerp en geef je de maten op.

Klik hier voor het introductiefilmpje.

Het pakket van Madame Tirette

Alles wat je nodig hebt haal je op bij aanvang van de workshop in het atelier van Madame Tirette. Wat zit er allemaal in je pakket?

  • Een naaimachine (om te lenen), tenzij je aangaf dat je zelf een naaimachine hebt die je zal gebruiken
Bij Madame Tirette werken we met een naaimachine Husvarna Viking Emerald 116. Heb je zelf een naaimachine thuis en weet je hoe die werkt? Dan kan je natuurlijk je eigen naaimachine gebruiken. Als je dit model machine gebruikt kan ik je wel het makkelijkste uit de penarie helpen als er iets niet gaat zoals het zou moeten. Bij de naaimachine zit een leeg spoeltje, een pakje reservenaalden, een draadhouder en een schroevendraaiertje.
  • Een originele “Madame Tirette” naaidoos met spullen (om te lenen)
  • De verbruiksmaterialen (deze worden afgerekend op het einde van de workshop) en jouw patroon (excl naadwaarde).

–        Joggingstof (reeds voorgewassen tegen het krimpen) (2 stukken van +- 70 cm x 140 cm)
–        Boordstof (3 stroken, op maat geknipt)
–        Stikzijde in bijpassende kleur van de stof (deze vind je ook terug in je naaidoos)
–        Eventueel een stukje flockfolie, gesneden volgens jouw ontwerp, nog niet gepeld (ook in je naaidoos)
–        Een patroon op jouw maat en extra vel patroonpapier (ook in je naaidoos)

Creeër je eigen naaiplekje

Kies een praktisch naaiplekje uit. Het liefst wil je je spullen er twee dagen kunnen laten liggen. Dit moet je thuis allemaal klaarzetten:

  • Een tafel met een stopcontact vlakbij om je naaimachine op te zetten.
  • Een strijkplank met strijkijzer in de buurt
  • Een grote tafel om je stof te knippen is handig maar niet noodzakelijk. Ik knipte vroeger zelf ook op het tapijt of op de vloer 😉
  • Een computer met internet om de stappen te volgen (het kan ook op je telefoon maar het is fijner als je scherm wat groter is)
  • Een opgeladen telefoon waar je foto’s mee kan trekken met daarop Whatsapp geïnstalleerd (kijk even na of je meldingen niet uit staan)

KLAAR VOOR DE START? Heb je een uitnodiging ontvangen voor de WhatApp groep?Stuur je me even een foto van jezelf, in je eigen naaiplekje? Dan weten we ook meteen of alles werkt en iedereen alle meldingen ontvangt.

1. Het patroon: tekenen en knippen

Op het blad met patronen staan twee patroondelen uitgetekend. Het parallelvormige stuk met de pijl erop is de mouw. Het andere stuk dat tegen de rand van het papier is getekend is zowel het voorpand (met de blauwe halslijn) als het rugpand (met de rode halslijn).

Het rugpand moet je zelf nog overtekenen. Daarom zit er een extra patroonvel in je pakket. Leg het witte vel papier op het originele patroon en kalkeer alle lijnen van dit deel, behalve de blauwe halslijn. Doe dit met vulpotlood, dan werk je het fijnste. (ik doe het nu met een dikke stift omdat het voor jullie duidelijker is zo.

TIP: – gebruik enkele zware voorwerpen (vb 2 of 3 glazen) om te zorgen dat de vellen niet verschuiven
– een meetlat kan wat ondersteuning bieden bij rechte lijnen

Knip daarna alle delen uit met de gewone keukenschaar. Bij het originele patroon knip je op de blauwe halslijn. Dat wordt het voorpand. Het stuk dat je zelf kalkeerde wordt het rugpand.

Schrijf bij de rechte rand van het voorpand: MV (betekent middenvoor) en bij het rugpand zet je MR (betekent middenrug).Neem ook het teken “stofvouw” over op het rugpand, net zoals je het op het voorpand ziet staan.

2. De stof: draadrichting, goede en verkeerde kant

Vooraleer je de stof kan knippen moet je nog iets belangrijks weten over de draadrichting van de stof. Een stuk stof dat is bedoeld om kleding mee te maken heeft een hoogte en een breedte. Het is erg belangrijk dat je daar rekening mee houdt bij het knippen van de stof om te zorgen dat de stof juist valt en ook juist rekt. Om te weten wat de hoogte en de breedte is van de stof moet je kijken naar de zelfkanten (=zijkanten) van de stof. De zelfkant van de stof is de rand van de stof die is afgewerkt in de fabriek en niet rafelt (dus NIET die rand waar de stof is afgeknipt). Stof voor kleding is meestal ongeveer 140 cm breed en heeft links en rechts een zelfkant. De richting van de zelfkant is de draadrichting. Als er een pijl op je patroon staat om de draadrichting aan te geven moet die straks evenwijdig lopen met de zelfkant.

TIP! Als je twijfelt wat de zelfkant is bij rekbare stoffen kan je de randen van de stof een beetje uitrekken. De zelfkant krult bijna niet op. De boven- en onderkanten krullen veel meer.
In jullie geval zijn de zelfkanten ongeveer tussen 60 en 80 cm lang per stuk joggingstof. De breedte is 140 tot 150 cm breed. De zelfkanten zijn dus de korte kanten.

Stof heeft niet alleen een hoogte en een breedte, maar heeft ook een goede en een verkeerde kant. O z’n ouderwets spreken ze van rechts en averechts. De goede kant van joggingstof is de gladde kant. De verkeerde kant is de pluizige kant. Bij de boordstoffen is het verschil in goede of verkeerde kant bijna niet te zien. Daarom gaf ik de verkeerde kant van de stof aan met een teken: een bolletje met een streep door. Dit teken zal je vaker tegenkomen. Het teken voor goede kant is de hoofdletter R (van rechts).

3. Stof knippen: de mouwen

We gaan beginnen met het knippen van de mouwen. Neem het stuk stof dat je wil gebruiken voor de mouw en vouw het stuk dubbel, zodat de goede kanten van de stof op elkaar liggen en de zelfkanten op elkaar. Je gaat dus 1 keer het patroon uitknippen in 2 lagen stof. Zo heb je straks 2 mouwen.

TIP:

  • Als je je patroondeel aan de “open” kant van de stof legt is je stuk overschot groter. (liever 1 grote rest dan 2 kleine resten)
  • De pijl die op de mouw is getekend moet evenwijdig lopen met de zelfkant van de stof. Als je een tekening op je stof zou hebben moet die pijl van boven naar beneden wijzen om te zorgen dat de tekening straks niet ondersteboven staat.

Speld het patroondeel vast door beide stoflagen. Zorg dat er in ieder hoekje van je patroon een speldje zit en bij lange stukken mag je er nog eentje extra steken tussendoor. Zorg dat de speldjes niet uitsteken langs het patroon zodat dat je er straks niet in knipt.

Papieren patroondelen bij Madame Tirette zijn altijd exclusief naadwaarde. Dat betekent dat je de stof een stukje groter moet knippen dan het papier omdat je ook op een stukje van de rand gaat stikken. Die naadwaarde zit dan aan de binnenkant. Wij gaat bij deze sweater overal een naadwaarde van 1 cm aantekenen.

Teken met behulp van een zoomlatje langs alle kanten 1 cm naadwaarde rondom het patroon. Als je een donkere kleur stof hebt (zoals zwart of donkerblauw) gebruik je hiervoor een zeepje of een krijtwieltje. Als je een lichte kleur stof hebt teken je met een uitwasbaar stiftje.

Als je wil weten hoe je zo’n zoomlatje moet gebruiken, klik dan hier voor een filmpje.

4. De stof vouwen: het voor-en rugpand

Omdat het voor- en het rugpand allebei aan de stofvouw geknipt moeten worden, moet je de stof langs weerskanten naar binnen plooien, zodat je aan twee kanten een stofvouw krijgt.

Leg de stof open op tafel met de goede kant naar boven en vouw de zelfkanten naar het midden toe. De goede kanten van de stof liggen binnenin. Speld 1 van de patroondelen links tegen de stofvouw. Draai het andere patroondeel om zodat en leg het in spiegelbeeld tegen de andere stofvouw. Teken de naadwaarde van 1 cm er aan en knip alle delen uit met een stofschaar.

5. Tekens aangeven

Nu je alle delen in de juiste vorm hebt uitgeknipt moet je alle belangrijke tekens aangeven. Tekens zijn meestal korte streepjes die tegen de rand van je patroondeel staan. Die tekens bij de rand geef je aan door een knipje (max 3 mm!) te geven. Samen met de tekens geef je ook altijd de stofvouw aan met een knipje (behalve bij een zoom, maar in dit geval zijn er geen zomen).

Klik hier voor een filmpje om te zien hoe je dat “knipjes geven” best aanpakt, want ze mogen ECHT niet te groot zijn!

6. Machine gebruiksklaar maken

Installeer de naaimachine, steek de stekker in het stopcontact. In het bakje van je machine vind je onder andere een leeg spoeltje en de draadhouder. Dat is een stokje dat je verticaal in je machine kan steken en waar je je klosje garen op zet. Vind je de spulletjes niet? Bekijk dan even dit filmpje.

Maak een nieuw spoeltje en rijg je draden in zoals wordt uitgelegd in de filmpjes onder de volgende foto.

Klik hier voor een filmpje om te zien hoe je een spoeltje opwindt.
Klik hier voor een filmpje om te zien hoe je de bovenste draad inrijgt.
Klik hier voor een filmpje om te zien hoe je de draadinsteker gebruikt om de draad in de naald te steken.
Klik hier voor een filmpje om te zien hoe je de onderste draad inrijgt

Klik hier voor een filmpje om te zien hoe je je draad ophaalt.

Zet nu ook alvast je strijkijzer aan. De voorbereidingen zitten erop. Nu begint het echt stikwerk!

7. Spelden, stikken, zigzaggen en strijken van de schoudernaden

Haal het patroonpapier (en dus ook de speldjes) van het voor- en rugpand af. Vouw de beide delen open, en leg de met de goede kanten tegen elkaar. Speld de schoudernaden op elkaar. Het is van groot belang dat je de randen van de stof netjes tegen elkaar legt en dan pas vastspeldt.

Klik hier voor een filmpje om te zien hoe je dat best kan aanpakken, het steken van de kopspelden.

Omdat je werkt met een gebreide = rekbare stof, moet de steek waarmee je stikt ook een beetje meerekken. Daarom gebruiken we niet gewoon een rechte steek, maar wel een lichte zigzagsteek. Dat is een steek die lijkt op een rechte steek, maar omdat je naald een heel klein beetje verschuift van links naar rechts tijdens het stikken zit er toch een beetje rek op je naad. Om de lichte zigzagsteek in de stellen moet eerst en vooral zorgen dat je machine op een zigzag is ingesteld, en dan moet je de breedte van je steek op 1 zetten en de lengte op 2. Bij de machines van Madame Tirette is dit de instelling:

Met deze instelling voor een lichte zigzagsteek moet je alles op voetbreedte stikken. Dat betekent dat je de zijkant van de stof gelijk moet liggen met de zijkant van het persvoetje. (als je met een andere machine stikt kan het zijn dat je niet op voetbreedte moet stikken om op 1 cm uit te komen. Stik een stukje op een proeflapje en meet het even na, dan ben je zeker)

Let TELKENS op deze 3 dingen als je gaat stikken
1. leg je draden goed (= door de gleuf en onder de persvoet naar achteren)

2. zet je persvoet naar beneden

3. draai de naald naar beneden (dit doe je door het handwiel (ALTIJD) naar jou toe te draaien)

Zorg dat de de draad die door je naald zit altijd minstens 20 cm uitsteekt. Knip die dus ook niet te kort af als je straks klaar bent met je eerste stiklijn. Is je draad te kort, dan floept de draad uit je naald als je begint. Vergeet niet te hechten bij het begin en bij het einde. Dit doe je door ongeveer 3 steken achteruit te stikken als je net begonnen bent, en als je op het einde bent gekomen.

Klik hier voor een filmpje om te zien hoe je de schoudernaden stikt met een lichte zigzagsteek.

Klik hier voor een filmpje om te zien hoe je je werkstuk op de juiste manier verwijdert van je machine als je een naad hebt gestikt.

Om te zorgen dat je sweater langs de binnenkant ook mooi is afgewerkt en ook om de naden sterk te maken, gaan we elke naad, nadat deze is gestikt, bijknippen en afwerken met een brede zigzagsteek.

Knip eerst een tweetal millimeter van de naad af, zodat je alle randjes die uitsteken kwijt bent.
Klik hier voor een filmpje om te zien hoe je de naden gelijk knipt.

Stel je machine nu in op een brede zigzagsteek. Daarvoor moet je de breedte van de steek op 5 zetten. De lengte van de steek mag je op 2,75 (normaal) zetten . Bij de machines van Madame Tirette is dit de instelling:

Telkens wanneer je 2 naden hebt gestikt (links en rechts) ga je de naden afwerken alvorens een volgende naad te stikken die eraan kruist. Werk de naden af door met je brede zigzagsteek over de rand van de stof te zigzaggen. Je naald gaat afwisselend op de stof, en van de stof af. Klik hier voor een filmpje om te zien hoe je je randen met de brede zigzagsteek afwerkt.

Strijk de schoudernaden plat naar achteren. Klik hier voor een filmpje.

8. De mouwkoppen

Leg je werkstuk open op tafel met de goede kant naar boven. Haal het patroonpapier (en dus ook de speldjes) van het de mouwen af. Leg de mouwen met de goede kanten tegen de armsgaten zoals op de foto. Let erop dat de goede kanten tegen elkaar liggen, je werkt dus binnenstebuiten. Zorg dat het knipje in het midden van de mouw gelijk ligt met de schoudernaad en steek daar je eerste speldje.

Steekt de stof van de mouw een klein stukje uit links en rechts? Maak je maar geen zorgen, dat hoort zo.
Je stikt straks namelijk op 1 cm van de rand af, en op die plaats zijn beide stoffen precies gelijk.

Stik de naden met een lichte zigzagsteek, knip de randen bij en zigzag ze samen met de brede zigzag. Strijk dan de naden plat naar de mouw toe.

9. De mouw-en zijnaden

Vouw de mouwen dicht, goede kanten op elkaar. (binnenstebuiten dus!).

Speld de mouw- en zijnaden in 1 stuk door. Stik ze met de lichte zigzag (van onder naar boven). Knip de naden bij. Werk de naden af met de brede zigzag.

Strijk de naad plat naar achter. Een mouwplankje is heel handig om de sweater onder te schuiven. Heb je dat niet, dan strijk je gewoon op een dubbele laag stof. Niet erg.

De basis van de sweater zit nu in elkaar. Keer de sweater naar de goede kant en pas eens om te zien of alles is zoals het zou moeten. Hou er rekening mee dat de mouwen en de onderkant nog 5 cm langer gaan worden.

Stuur je me alvast even een fotootje via what’s app?

10. De boorden voorbereiden

De boorden werden voor jou al op het juiste formaat geknipt.
Je hebt 4 delen:

  • de twee gelijke korte delen zijn de mouwboorden
  • de smalste is de halsboord
  • de brede lange is de zoomboord

TIP! Wil je later nog eens een versie van deze sweater maken? Schrijf dat even de afmetingen van de boordstof op je patroon.

Leg alle boorden voor je op de strijkplank met de verkeerde kant naar boven. Op de verkeerde kant staat een rondje met een streep door. Vouw ze van onder naar boven dubbel en strijk ze plat. De randen moeten bij elkaar liggen. De goede kanten liggen vanbuiten.

Als de vouw in het midden er goed is ingestreken, leg de boorden dan weer voor je op tafel. Opnieuw opengevouwen, maar deze keer met de goede kant langs boven.

Vouw nu de linker helft op de rechter helft (de goede kanten liggen vanbinnen) en speld de randen op elkaar. Omdat het maar korte stukje zijn kan je er ook voor kiezen om geen speldjes te steken. Doe dit alleen als je je zeker genoeg voelt, of al wat ervaring hebt)

Stik nu deze randen met een rechte steek, op 1 cm naadwaarde. Je moet daarvoor je machine instellen op een rechte steek met een normale steeklengte, en zorgen dat je naald in het midden staat. Bij de machines van Madame Tirette is dit de instelling:

Om met een rechte steek op je naadwaarde van 1 cm stikken, moet je kijken naar de lijnen die op het steekplaatje zijn aangegeven. Hou de rand van de stof tegen de lijn van 1 cm.

TIP! Boordstof kan soms wat moeilijk doen bij het starten. Soms lijkt het alsof de stof wordt opgevreten door de machine. Het kan helpen als je net een beetje te ver begint (een halve cm na het begin). Je moet dan wel voldoende achteruit hechten om te zorgen dat het begin ook meegestikt wordt. Frommelt de stof juist bij het einde op? Dat geeft niet, die kan je gewoon weer plat krijgen door er een beetje aan te friemelen.

Je boorden zijn nu gestikt op 1 cm

Keer nu de boorden in elkaar.
Klik hier voor een filmpje hoe je een mouwboordje in elkaar keert.
Klik hier voor een filmpje om te zien hoe je de andere boorden in elkaar keert.

Strijk alle boorden nu nog eens goed plat zodat de boorden goed plat blijven en de randen netjes op elkaar blijven liggen.

11. De mouwboorden aanzetten

Zorg dat je sweater weer helemaal binnenstebuiten ligt. De goede kant binnenin dus. Steek nu een mouwboordje in het uiteinde van de mouw, zodanig dat de 3 geknipte randen (2 van de boord en 1 van de mouw) samen liggen. Let er op dat de naad van de boord en de naad van de mouw bij elkaar liggen. Steek 1 speldje bij de naad, eentje aan de overkant (bij het knipje in de mouw), en twee speldjes in de middens ertussen. Het is normaal dat de mouwboord iets kleiner is da de mouw, dus moet je de boordstof heel lichtjes rekken.

Steek de mouw onder je persvoetje zoals op de foto en stik met de lichte zigzagsteek (1-2-2) op voetbreedte. Je begint en eindigt bij de naad.

12. De zoomboord aanzetten

Omdat de omtrek van zoomboord veel groter is dan die van de mouwboordjes gaat we enkele steunpunten aangeven op de open rand van de zoomboord. Meestal zorgen we voor 4 steunpunten bij een omtrek.

1 steunpunt hebben we al. Dat is de naad. Die gaan we straks aan de zijkant van de sweater steken.
Als we de boord plat op tafel leggen met de naad aan 1 kant, dan kunnen we aan de andere kant (waar een stofvouw ontstaat) een knipje geven. (let op, doe dit in de open rand en niet waar de stof dubbelgevouwen is). Dit knipje hoeft maar in 1 laagje van de stof te zijn.

Als we nu de boord zo verleggen dat het knipje en de naad in het midden op elkaar komen te liggen, kunnen we links en rechts (waar de stofvouw ontstaat) de middens aangeven met nog een knipje. Nu heb je de omtrek van de boord in 4 gelijke lengtes verdeeld door het zetten van steunpunten.

Bij de zoomrand van de sweater hebben we reeds 4 steunpunten, namelijk de twee zijnaden en de middens die we reeds met een knipje aangaven omdat die tegen de stofvouw lagen.

Steek nu de zoomboord in de sweater net zoals je bij de mouwboorden deed. Zorg deze keer dat de naad van de zoomboord bij 1 van de twee zijnaden van de sweater ligt. Speld dan eerst de 4 punten vast waar je een steunpunt hebt. Rek dan de boordstof tussen de spelden uit en steek telkens in het midden ertussen nog een speld, en dan weer eentje links en rechts ertussen. Het teveel aan joggingstof moet mooi verdeeld zijn. Het is normaal dat je het lastig vind om te doen. Het kan helpen om de trui over een stoel te spannen en zo verder te spelden.

Om de zoomboord goed te kunnen stikken is het makkelijk om de vrije arm van de naaimachine te gebuiken. Daarvoor moet links je vingers onder de machine steken en trekken.

Stik nu de zoomboord met de lichte zigzagsteek (1-1-2) op voetbreedte. Hou de joggingstof bovenaan bij deze stap, dan heb je het minst kans op valse plooien. Begin bij een zijnaad. Rek de boordstof een beetje uit zodat je geen valse plooien krijgt. Als je wil kan je hier een filmpje zien.

13. De halsboord aanzetten

Deze stap is het moeilijkste. Als je moe bent, neem dan eerst even een pauze. Eet een koekje. Drink een glas water. Aan deze stap moet je even met een fris hoofd beginnen. OK?

Leg de halsboord plat op tafel met de naad een de zijkant. Geef net zoals je bij de zoomboord hebt gedaan een knipje aan de overkant van de naad. Leg dan dat knipje op de naad en geef opnieuw knipjes links en rechts om de halsboord in 4 gelijke lengtes te verdelen. LET OP! Geef de knipjes daar waar de rand open is (dus in je naadwaarde) , en niet waar de rand dubbelgevouwen is!

In de halsrand van de sweater hebben we middenvoor en middenrug reeds aangeduid met een knipje omdat die tegen de stofvouw werden geknipt. De schoudernaden liggen echter niet in het midden daartussen. Dat komt omdat de halslijn vooraan dieper en dus langer is dan achteraan. Hoe je die middens kan vinden kan je zien in dit filmpje.

Speld nu de halsboord in de halsrand zoals je deed bij de andere boorden. Zorg dat de naad van de halsboord bij middenrug ligt. Steek eerst de steunpunten vast met een speldje (2 speldjes bij MR houden de naad goed plat). Rek dan de boordstof tussen de spelden licht uit en steek telkens in het midden ertussen nog een speld, en dan weer eentje links en rechts ertussen. Het teveel aan joggingstof moet mooi verdeeld zijn. Wees wel voorzichtig, zorg dat je niet de joggingstof zelf ook uitrekt om te vermijden dat je een erg wijde halsuitsnijding krijgt.

Stik de halsboord met een lichte zigzagsteek (1-2-2) op voetbreedte. Begin bij de naad. Hou deze keer de halsboord bovenaan. Het is nu van groot belang dat je netjes de zijkant van de halsboord blijft volgen. Blijf recht en evenwijdig stikken om te voorkomen dat de halsrand straks breder en smaller wordt. Hier zou dit meer opvallen dan bij de bredere boorden.

Probeer het einde netjes in het begin te laten overlopen. Dat is soms wel lastig om te doen met de lichte zigzagsteek. Kijk dus goed naar de naald zelf, en niet naar het streepje op je persvoetje, want je naald stikt niet in het midden!
Klik hier voor een filmpje.

14. De afwerking

Knip alle boordnaden een stukje bij zoals je met de zij- en schoudernaden ook deed en werk ze af met een brede zigzagsteek (5-1-2,75).
Hou telkens de joggingstof bovenaan als je dit doet, dan gaat de stof vlotter door de machine. Klik hier voor een filmpje.

Strijk nu alle boorden plat.

Keer de sweater. Doe hem aan en maak een toffe foto. Stuur me die even via whatsapp! Als je ervoor koos om je sweater niet te bedrukken ben je nu klaar! Ga je de sweater wel bedrukken? Lees dan nog even door!

15. De bedrukking

Op het eerste zicht lijkt het misschien dat ik vergeten ben jouw ontwerp uit te snijden uit je folie. Vooral bij de glitterfolie is dat moeilijk te zien. Als je heel goed kijkt zie je echter dat je ontwerp wel degelijk is uitgesneden. Je moet zelf eerst nog de folie pellen. Hoe je dat doet, kan je zien in dit filmpje.

Vooraleer dat je je ontwerp erop strijkt, is het van groot belang dat je eerst een proefje doet. Knip daarom een klein stukje folie van de hoek af zoals in dit filmpje.
In het volgende filmpje kan je zien hoe je het teststukje erop strijkt en wat het resultaat moet zijn.

Bepaal de plaats waar de bedrukking moet komen als je de sweater aan hebt. Je kan het hele vel vastspelden, of met speldjes aanduiden waar de hoekjes moeten komen.

In dit filmpje kan je zien hoe je je ontwerp er kan opstrijken. Flock- en flexfolie kan je opstrijken met een gewoon huishoudelijk strijkijzer, maar het allerbeste is dat je ze erop perst met een echte transferpers. Zo een pers heb ik in mijn atelier. Wil je graag je opdruk nog eens extra laten persen voor alle zekerheid om te zorgen dat alles er goed op blijft, ook als je sweater meerdere malen is gewassen? Dan pers ik met veel plezier jouw sweater nog eens na als je je spullen komt terugbrengen.

Blij met je nieuwe sweater? Ik in ieder geval wel! Vergeet je me geen foto te sturen?

Kijk je bij het opruimen nog even na of alle spullen terug in je naaidoos zitten? Je kan alles aanduiden op je afvinklijst.

Heb je nog vragen of opmerkingen? Vond je bepaalde opdrachten niet zo duidelijk of gewoon erg moeilijk? Of ging het heel vlot? Zou je zo’n soort workshop nog wel eens willen volgen? Je mag me dit allemaal laten weten via mail.

Veel liefs,

Madame Tirette