Het pakket van Madame Tirette
Het naaipakket “rokje” bevat:
- een lapje katoen (popeline) van 50 cm hoog op 140 cm breed
- een katoenen kantje
- een elastiek
- een klosje bijpassende stikzijde van Amann Mettler.
Je kan het pakket bestellen via de webshop van Madame Tirette. Een naaipakket “rokje” kost 15 euro.
Je kan met dit pakket een kinderrokje maken, voor meisjes van 0 tot 12 jaar (maat 164).
Dit naaipakket is bedoeld voor mensen die geen of weinig ervaring hebben met de naaimachine. De moeilijkheidsgraad is niveau 0. Is het je allereerste keer op een naaimachine? Voorzie ongeveer 2,5 uur de tijd om je eerste werkstuk te maken. Is het je tweede of derde initiatieproject? Dan gaat dat al stukken sneller. Volg de eerste keer zeker aandachtig de werkbeschrijving.
In al onze werkbeschrijvingen gebruiken wij een naaimachine Husqvarna Emerald 116. Je kan dit model naaimachine aankopen via de webshop. Als je thuis met een ander model naaimachine werkt zal je de handleiding van jouw machine moeten gebruiken om te zien hoe jij jouw machine moet bedraden, instellen en gebruiken.
Andere versie?
Wil jij dit rokje maken in een andere stof dan die in de beschikbare pakketjes? Dat kan ook! Daarvoor moet je op de webshop een lapje katoen, een kantje en een elastiek bestellen (50 cm stof is zeker genoeg, onder stap nr 1 zie je een schema waarop je kan zien hoeveel je exact nodig hebt per maat). Vergeet niet een bijpassend klosje stikzijde te bestellen.
Wat moet er in je naaidoos zitten?
Naast het naaipakket van Madame Tirette, een naaimachine met bijhorende accessoires en een strijkplank met strijkijzer heb je de volgende materialen nodig:
kopspeldjes, markeerstiftje (of vulpotlood of zeepje), stofschaar, keukenschaar, lintmeter, grote winkelhaak, tornmesje. Wat je hiervan thuis niet hebt liggen kan je extra bijbestellen via de webshop.
Je hebt naast dit basisnaaimateriaal ook nog 2 grote veiligheidsspelden nodig.
Creëer je eigen naaiplekje
Kies een praktisch naaiplekje uit. Dit moet je allemaal klaarzetten:
- Een tafel met een stopcontact vlakbij om je naaimachine op te zetten.
- Een strijkplank met strijkijzer in de buurt
- Een computer of tablet met internet om de stappen te volgen
Het is natuurlijk heel normaal dat er tijdens je eerste stikervaringen wel eens iets “niet helemaal gaat zoals het zou moeten”. Zit je ergens in de knoop? Scroll dan even helemaal door naar onderen, onder puntje 11. Daar vind je een lijstje met oplossingen voor problemen. Veel succes!
1. De stof, elastiek en kantje op maat knippen
Omdat Madame Tirette niet op voorhand kan weten welke maat jij gaat maken geven we je genoeg materiaal mee voor de grootste maat. Je moet zelf je lapje stof, je kantje en je elastiek op maat knippen.
Hieronder vind je een schema van hoe breed en hoe hoog de stof moet worden per maat. Het kantje moet 3 cm langer zijn dan de breedte van je stof. Hoe je dat knippen het best aanpakt zal ik je zo meteen laten zien of een filmpje. Eerst een beetje wiskunde 🙂
De afmetingen die hierboven worden opgegeven zijn inclusief naadwaarde. Naadwaarde betekent “de stof die je naar binnen geplooid zal zitten”. Voor de tunnel bovenaan is 3 cm naadwaarde ingecalculeerd. Voor de zijnaad en de onderkant is 1 cm naadwaarde ingecalculeerd.
Bijvoorbeeld: Voor maat 110 knip ik mijn stof 35 cm hoog, maar de afgewerkte lengte van het rokje is 31 cm.
Ik knip de stof 134 cm breed. Afgewerkt wordt dat 132 cm. Maar als de elastiek straks alles samenfronst wordt dat natuurlijk nog veel minder breed.
Noteer op een briefje de hoogte en de breedte van de lap stof die je wil knippen. Reken alvast uit hoeveel de breedte gedeeld door 2 is. Dat maakt het zo meteen makkelijk met het knippen.
In het volgende filmpje laat ik je zien hoe je het knippen van de stof best aanpakt. een rechte lap stof: tekenen en knippen – YouTube
LET OP! Heb je een katoentje dat in rijen is bedrukt? Meestal gaat het bedrukken van katoen niet helemaal recht. Hierdoor kan je je beter op je tekening baseren om een recht stuk te knippen dan op je meetlat. Klik hier voor een filmpje om te zien hoe je een katoentje dat bedrukt is in rijen het beste kunt knippen om te zorgen dat dit mooi recht lijkt.
In het volgende filmpje laat ik zien hoe je het tekenen en knippen aanpakt van stof die bedrukt is in rijen (dit geld ook voor ruiten en strepen) . rechte lap stof bedrukt in rijen: tekenen en knippen – YouTube
Bij de elastiek is ongeveer 10-15 cm voorzien om de uiteindes aan elkaar te knopen. Kinderbuikjes van dezelfde lengtemaat kunnen ERG verschillen. Ik heb dus ruim gerekend. Je zal zelf op het einde moeten bepalen hoe lang de de elastiek dus precies maakt.
Het kantje moet ongeveer 3 cm groter zijn dan de stof. lengte kantje bepalen – YouTube
2. je naaimachine gebruiksklaar maken
Zet je naaimachine op tafel. Haal het deksel eraf. Plug de pedaal in. Steek de stekker in het stopcontact. Steek de draadhouder erin. Klik hier voor een filmpje.
Zet de machine aan. Zet de draadhouder op zijn plaats en zet het persvoetje omhoog. Klik hier voor een filmpje.
Maak een spoeltje. Klik hier voor een filmpje om te zien hoe dat moet.
Is je spoeltje niet mooi regelmatig opgespoeld? controleer dan of je draad goed tussen de 2 schijfjes is “geflost”.
Rijg de bovenste draad in. Klik hier voor een filmpje om te zien hoe dat moet.
TIP! Wil je graag een truucje zien om je draad gemakkelijker door te naald te steken? Klik dan hier voor een filmpje.
Steek het spoeltje correct in het spoelhuis. Klik hier voor een filmpje.
Haal je draad op. Klik hier voor een filmpje.
Zet nu ook alvast je strijkijzer aan. De voorbereidingen zitten erop. Nu begint het echt stikwerk, veel succes!
2. Instellen naaimachine (zigzagsteek)
Omdat geweven stoffen uitrafelen, gaan we om te beginnen de lap stof rondom zigzaggen. Het is aan te raden om bij je eerste projecten die je maakt in geweven stof steeds te beginnen met alle geknipte stukken rondom te zigzaggen.
Stel je machine daarom in op een normale (=brede) zigzagsteek. Dit doe je door deze instellingen te kiezen:
SOORT STEEK: Als je de machine instelt is het is meest logisch om steeds eerst de bovenste witte ronde knop in te stellen. Daarmee kies je de soort steek. 1 staat voor een rechte steek, 2 staat voor een zigzagsteek. Dat zijn de belangrijkste steken op iedere naaimachine waarmee je in principe alles kan doen.
Daarna ga je de breedte en de lengte van de steek instellen.
Met het bovenste blauwgroene draaischijfje kan je de breedte van de steek instellen. Die breedte is de afstand die je naald verspringt van links naar rechts als je gaat stikken. Voor een gewone (=brede) zigzagsteek kies je voor 5. Dat is het breedste wat je kan kiezen. De naald zal ongeveer 5 mm van links naar rechts verspringen.
Met de onderste witte draaiknop kan je de lengte van de steek instellen. De lengte van de steek heeft te maken met hoe dicht je naaldenprikjes op elkaar zitten. Als je een te kleine steeklengte kiest kan je de stof kapot stikken. Een hele grote steeklengte zou niet sterk genoeg zijn, en dan gaat je stiksel trekken. Een standaard steeklengte is 2,75 cm.
4. Zigzaggen, surfilleren, overnaaien of afwerken van de randen
Je gaat nu voor de eerste keer stikken (zigzaggen). Bekijk dit filmpje om te zien hoe je moet zigzaggen.
Onthoud:
Let TELKENS op deze 3 dingen als je gaat stikken (dus als je met je voet de pedaal gaat indrukken)
1. leg je draden goed (= door de gleuf en onder de persvoet naar achteren)
2. zet je persvoet naar beneden
3. draai de naald naar beneden (dit doe je door het handwiel naar jou toe te draaien)
- Zorg dat de de draad die door je naald zit altijd minstens 20 cm uitsteekt. Knip die dus ook niet te kort af als je straks klaar bent met je eerste stiklijn. Is je draad te kort, dan floept de draad uit je naald als je begint.
- Vergeet niet te hechten bij het begin en bij het einde. Dit doe je door ongeveer 3 steken achteruit te stikken als je net begonnen bent, en als je op het einde bent gekomen.
Heb je je lapje rondom gezigzagd?
Proficiat! Je hebt je eerste naaiervaring zonet achter de rug. Je bent nu ongeveer in de helft!
Is er hier en daar een stukje scheef gegaan? Ben je soms enkele centimeters van de rand afgesukkeld? Geen paniek. Het is normaal dat het sturen nog niet vanzelf gaat. Het is je eerste ervaring! Als er een heel lang stuk niet goed is kan je er nog eens overheen stikken, maar wees niet te streng voor jezelf. De buitenkant is straks wat telt!
5. Zoom afstrepen en omstrijken
Zijn je randen wat opgekruld door het zigzaggen? Strijk dan je lapje eventjes plat. Dat werkt veel fijner.
Aan de bovenkant van het lapje stof komt er een dubbele zoom. Een zoom is een uiteinde waar de stof is omgevouwen en vastgestikt. Bij een dubbele zoom wordt de stof 2 keer omgevouwen, zodat je niks meer van de stofrand ziet. Eerst een kleine vouw en dan een grotere vouw. Wij gaan eerst 1 cm omvouwen en daarna 2 cm omvouwen.
Nu we het lapje stof nog helemaal open kunnen leggen is het gemakkelijk om de juiste vouwen er al vast in te strijken. Dit gaat ons helpen om straks veel makkelijker en netter de zoom te kunnen stikken.
Om te weten hoe we moeten strijken gaan we markeringen (streepjes) zetten zodat we weten waar we moeten vouwen. Dit noemen we afstrepen.
We strepen niet af op de plaats waar we gaan vouwen. We zetten dus geen streepjes op 1cm, en dan nog eens op 2 cm daaronder. Dat klikt logisch om te doen, maar dat is niet praktisch. Als je die streepjes op die plaats zet vouw je straks je stof eroverheen en zie je niet meer wat je doet.
We gaan WEL afstrepen TOT waar de stofrand moet komen: dus op de dubbele afstand van het stukje wat we willen omvouwen. Je eerste streepjes komen dus op 2 cm van de bovenkant. (het dubbele van 1 cm is 2 cm). Zet af en toe (ongeveer om de 10 cm) een streepje op 2 cm van de bovenkant (op de verkeerde kant van de stof). Doe dit liefst met een vulpotlood (bij lichte stof) of met een zeepje (bij donkere stof). Als het maar niet doordrukt aan de goede kant van de stof.
Let op! Heb je -door de bedrukking op je stof- een boven- en onderkant? Let dan goed op dat je het afstrepen doet aan de bovenkant af, zodat straks de tekening niet ondersteboven staat!
Vouw de stofrand 1 cm om, zodat je rand tot aan de streepjes komt. Strijk om. 1 cm omstrijken: het begin van een dubbele zoom – YouTube
Nu gaan we de volgende vouw omstrijken: deze keer 2 cm. We meten dus 4 cm vanaf de bovenrand en zetten opnieuw markeringen.
Strijk nu de zoom opnieuw tot aan deze markeringen. tweede keer vouwen en strijken voor dubbele zoom – YouTube
(TIP! Als je de stof helemaal open vouwt en meet op welke afstand de markeringen nu staan, zie je dat die op 2 en 5 cm van de bovenrand staan. Die 5 cm komt omdat je het dubbele van 2 cm neemt, maar het reeds omgevouwen centimetertje daar nog bij moet optellen. Als je dit doorhebt kan je dus altijd berekenen waar je streepjes moeten komen als je bijvoorbeeld een broek of rok wil verkorten)
6. Spelden steken om een naad te stikken
Kleren maken doen we bijna altijd binnenstebuiten. We spreken dan van “goede kanten op elkaar” of van “rechts op rechts”.
Leg je lapje stof met de goede kant naar boven op tafel. Zorg dat de tekening niet ondersteboven staat (indien van toepassing). Vouw de linker helft nu op de rechter helft. We gaan de rechter zijkant op elkaar spelden om te zorgen dat de randen niet verschuiven tijdens het stikken. Het omgevouwen gedeelte bovenaan moet je voor dit stukje eventjes helemaal terug openvouwen
binnenstebuiten dubbelvouwen en kopspelden steken om een naad te stikken – YouTube
Onthoud:
- Speld altijd eerst de hoekpunten, dan het midden ertussen, en dan terug in het midden, tot je zelf genoeg spelden hebt.
- Steek je spelden altijd dwars op de richting hoe je wil stikken: Zodat de kopjes uitsteken langs te rand van de stof dus. Dit doe je om te zorgen dat de spelden niet in de weg zitten bij het stikken.
7. Instellen naaimachine: rechte steek
De gespelde randen gaat we nu stikken op 1 cm van de rand. Die 1 cm is je naadwaarde.
Het stikken van naden doen we altijd met een rechte steek. Stel je machine in op een gewone rechte steek: Je zet eerste de bovenste witte knop op 1 in plaats van op 2.
Het blauwe draaischrijfje (=steekbreedte = naaldstand) mag je op 5 laten staan. Een rechte steek heeft automatisch een breedte van 0. Dit schijfje moet je nu gebruiken voor de naaldstand. Die 5 betekent nu dat je naald in het midden staat. Dat is belangrijk om te zorgen dat je stikafstand straks klopt.
De onderste witte knop (steeklengte) mag blijven staan op een normale steeklengte van 2,75
8. Naden stikken op 1 cm van de rand
Stik de zijnaad op 1 cm naadwaarde. Die naadwaarde kan je aflezen op het steekplaatje. In het begin en op het einde moet je aan-en afhechten om het stiksel vast te zetten. Dat doe je met de knop “achteruit”. Verwijder je speldjes als je in de buurt komt.
Op dit filmpje zie je alles waarop je moet letten bij het algemeen stikken op 1 cm (stiklijntjes steekplaatjes: Waar beginnen, hechten, de drie gouden dingen waarop je moet letten als je op de pedaal gaat duwen). voorbereiden om recht te stikken op 1 cm, hechten – YouTube
Op dit filmpje zie je in het kort hoe je deze naad van het rokje stikt. naad rokje stikken op 1 cm – YouTube
Strijk deze zijnaad open zoals op dit filmpje.
9. Stikken op 1 mm (= stikken op de rand)
Speld de tunnel rondom vast zodat alles goed op zijn plaats blijft liggen.
Duidt ter hoogte van de naad aan waar je een opening gaat laten om de elastiek door de steken. Dat gaatje moet ongeveer 2 cm zijn. gat tunnel markeren rokje – YouTube
Stik de tunnel met een rechte steek op 1 mm van de open rand vast. Begin en eindig bij het gaatje. Vergeet niet aan- en af te hechten. stikken op 1 mm tunnel rokje – YouTube
10. Kantje aanzetten
Het kantje heeft, net als de stof, een goede en een verkeerde kant. Ik moet eerlijk toegeven dat het niet altijd makkelijk is om het verschil te zien. (Zie je het helemaal niet? Trek het je maar niet aan, dan zie je het straks ook niet als het rokje af is. Vind je het wel een verschil maken? Hou dan in de volgende stap verder rekening met de goede kant van het kantje.)
Speld het kantje zo vast dat het ondersteboven tegen de stofrand ligt EN dat de goede kant van het kantje ligt tegen de goede kant van de stof. De “toppen van de bergjes” liggen gelijk met de rand van de stof.
Speld het kantje vast met een eerste speldje. vastspelden van het kantje – YouTube
Als je je zeker genoeg voelt kan je dit kantje ook zonder speldjes aanzetten.
Zorg tijdens het stikken dat je kantje perfect gelijk blijft liggen met de rand en stik perfect in het midden zoals op de foto. kantje aanzetten rokje: begin – YouTube
Op het einde mogen de “golfjes” 2 of 3 golfjes overlappen. Als het kantje te lang is knip je de overschot eraf voordat je terug bij het begin bent. (Het kantje rekt soms wat uit door het strak aan te stikken) kantje aanzetten rokje: einde – YouTube
11. Kantje platstikken
Draai het kantje nu om, zodat het aan de goede kant zichtbaar is en stik het door op voetbreedte. Dat betekent dat de zijkant van je persvoetje nu gelijk komt met de naad. kantje doorstikken op voetbreedte – YouTube
12. Elastiek door de tunnel rijgen
Steek in het begin en op het einde van de elastiek een veiligheidsspeld. Steek 1 van die veiligheidsspelden vast aan de naad vlakbij het gat. Duw de andere veiligheidsspeld door het gat. Friemel de elastiek erdoor tot je weer door hetzelfde gat uitkomt.
Controleer de lengte van de elastiek en knoop de einden vast.
elastiek door tunnel steken en dichtknopen – YouTube
Probeer het stuk met de knobbel wat te verschuiven en stik het gaatje dicht. gaatje tunnel dichtstikken rokje – YouTube Ben je niet zeker van de omtrek? Laat het gaatje dan nog even open, zo kan je zonodig de elastiek nog aantrekken.
12. Eindstrijk
Strijk de plooitjes plat terwijl je de stof verticaal naar beneden trekt. eindstrijk – YouTube
Keer je werkstuk. Je rokje is klaar!
Mail je me een fotootje? Of tag je Madame Tirette op facebook of Instagram? Ik ben super benieuwd! info@madametirette.be
11. Wat als het fout gaat?
Het is natuurlijk heel normaal dat er tijdens je eerste stikervaringen wel eens iets “niet gaat zoals het zou moeten”.
Daarom even een lijstje van de 10 meest voorkomende fouten en hoe je ze kan oplossen. Vind je de oplossing er niet tussen? Na een kleine pauze met een fris hoofd je machine even helemaal opnieuw inrijgen werkt het meestal wel!
- Springt je draad telkens uit je naald? Vergeet niet dat je de bovenste draad steeds minimum 20 cm uit je machine moet laten hangen. Hij wordt immers plots korter als je begint te stikken.
- Heb je een nogal rafelige stof zoals canvas? Dan kan het gebeuren dat de stof rond je persvoetje rafelt tijdens het zigzaggen. Klik hier voor een filmpje om te zien wat je moet doen als je hierop vastloopt.
- Lijkt je werkstuk vast te zitten aan je machine als je het wil verwijderen, of komen er teveel draden uit? Draai dan even het handwiel een tikje verder naar je toe, zoals in dit filmpje.
- Je machine maakt een gek zoemend geluid en je naald gaat niet meer op en neer als je op de pedaal hebt geduwd, zoals in dit filmpje? Dan ben je waarschijnlijk vergeten je handwiel terug in te duwen na het maken van een nieuw spoeltje.
- Was je vergeten om je voetje naar beneden te zetten en zit er een hele knoop draad binnenin je machine? Dan moet je het steekplaatje losvijzen. Dit doe je zoals in dit filmpje.
- Heb je een stuk dubbel of scheef gestikt en je stiksel moet worden verwijderd? Dan gebruik je een tornmesje om je stiksel te verwijderen. Klik hier voor een filmpje.
- Je machine maakt een gek kloppend geluid als je stikt en lijkt te blokkeren, zoals op dit filmpje? Verwijder de bovenste draad en rijg deze helemaal opnieuw in.
- Naald gebroken? Een naald verwijderen en vervangen doe je zoals op dit filmpje.
- Is er door een eerder probleem onderaan de stof een verdikking (knoopje) ontstaan die je niet meer los krijgt en waar je niet meer over geraakt? Verplaats dan je persvoetje zodat je eroverheen bent. Zoals op dit filmpje.
